Hanno Pijl, Wim Tilburgs en Eline Lescher hebben woensdag 14 maart 2018 voorlichting gegeven op de hogeschool van Leiden. Dit werd gedaan voor een groep derdejaars studenten van verschillende opleiding, zoals chemie en biologie. Het onderwerp van de voorlichting was de invloed van voeding en leefstijl op diabetes type 2.

Hanno Pijl gaf allereerst uitleg over het ontstaan en verloop van diabetes type 2 en een korte toelichting op de behandeling die vanuit de zorg wordt geboden. Kijk voor meer informatie over de inhoud van zijn presentatie ook eens het filmpje van een voorlichting van Hanno Pijl tijdens het Ancestral Health Symposium.

 

Vervolgens vertelde Wim Tilburgs over zijn ervaringen met de standaard zorg en gaf hij een toelichting hoe hij zelf diabetes type 2 overwonnen heeft. Zijn toepassing van het ketogeen dieet werd door zijn diëtist en huisarts afgeraden maar volgens Wim en Hanno liggen hier grote kansen voor mensen met diabetes type 2. Voor meer informatie over het verhaal van Wim Tilburgs klik je hier.

Als laatste gaf Eline Lescher een toelichting over de informatie die haar geboden is op haar opleiding met betrekking tot leefstijl/voeding in relatie tot diabetes type 2 en werd dit in tegenover de praktijk gezet.

Tijdens de voorlichting werden een aantal interessante punten besproken met de studenten. Er kwamen een aantal goede vragen beantwoord vanuit de presentatie.

Wat is de oorsprong van onze genetische architectuur m.b.t. voedselverwerking?

Om hier een volledig antwoord op te geven moeten we 4 miljoen jaar terug in de tijd gaan. Toen leefden onze voorouders in de bossen. De voornaamste voedselbronnen waren in deze tijd fruit, groente en noten, die voornamelijk complexe koolhydraten leverden. Dit veranderde toen de ijstijden de kop op staken. Er bleef niet genoeg plantaardig voedsel over om op te overleven, dus moest er een alternatief gevonden worden om alsnog genoeg energie binnen te krijgen om te overleven. Vanaf dit moment verplaatsten de mensen zich naar gebieden langs de rivieren om hier vis te vangen en vingen zij ook wild. De benodigde energie werd niet langer uit koolhydraatrijke voeding gehaald, maar uit (calorierijke) vet- en eiwitrijke producten. Ons lichaam paste zich hier op aan, en sterker nog, ons brein werd groter door deze toename in meervoudig onverzadigde vetten in ons dieet.

Normaal gesproken gebruiken je hersenen glucose als de energiebron om op te draaien. Maar in de winter waren er niet meer voldoende koolhydraten (en dus glucose) en beschikbaar voor onze hersenen en hier moest een oplossing voor komen. Ons lichaam zorgde ervoor dat we insuline resistent werden. Dit zorgde er voor dat ons lichaam minder efficiënt werd in het opslaan van glucose als glycogeen zodat de glucose beschikbaar bleef als brandstof voor de hersenen. In tijden van schaarsheid was dit dus een nuttige oplossing. In de zomer veranderde de omstandigheden. Er was weer meer energie voorhanden dan we nodig hadden en dit overschot werd opgeslagen als voorraad vet. De vetcellen uit deze voorraad maken adipokines aan. Adipokines zorgen er voor dat we 1) minder insuline aanmaken en 2) insuline resistenter worden. Tijdens de winter vielen we af en hadden we dus minder adipokines. Dit zorgde er op zijn beurt weer voor dat insuline gevoeliger werden. Dus kan je overvloed beter opslaan. Ons lichaam kon op deze manier goed inspelen op de afwisseling van zomer en winter. Maar ons lichaam had nóg een aanpassing aan de omstandigheden. We ontwikkelden namelijk een grote voorkeur voor zoet. Zoete producten bevatten namelijk veel suiker, wat we vroeger nodig hadden om een voorraad glycogeen en vet aan te leggen.

Wat is er veranderd sinds deze tijden van afwisselend voedselaanbod?

En toen was er de opkomst van de landbouw. We werden in korte tijd érg goed in het verbouwen van (zetmeelrijke) producten. Het macronutriënt waar we voornamelijk energie uit haalden was niet langer vet, maar zetmeel (suiker). Vervolgens begon de industriële revolutie. We gingen voedsel raffineren en suiker maken. Vanwege de voorkeur voor de zoete smaak (zoals eerder aangegeven) gingen we dit overal aan toevoegen. Als we kijken naar de trend van suikercomsumptie in de US zien we vanaf 1822 een vrijwel constante stijging. Ook in Nederland zien we deze trend terug. Uit onderzoek blijkt dat wij hedendaags gemiddeld 44 kilo suiker per persoon per jaar nuttigen, waarvan 30 kilo vrije suikers. Dit zit flink boven de aanbevolen bovengrens die het WHO adviseert. Zij leggen de grens bij 50 gram vrije suiker per dag, wat neerkomt op ongeveer 18 kilo op jaarbasis.

Hoe zorgt onze nieuwe manier van eten ervoor dat we diabetes krijgen?

Zoals eerder uitgelegd gebruikt je lichaam het overschot aan eten ervoor om een voorraad aan te leggen. Bij een overschot van calorieën krijg je vetopslag en de hoeveelheid glucose in je lichaam gaat omhoog. Glucose stimuleert de productie van insuline. Door een hoge insulineproductie wordt de vetverbranding geremd. Je lichaam gaat ter vervanging over op meer verbranding van glucose. Alle glucose uit je voeding die niet direct nodig is wordt door insuline omgezet in triglyceriden, die worden verpakt in VLDL (very low density lipoproteins) partikels. Zoals eerder is uitgelegd zorgt dit overschot aan voeding ervoor dat we insuline resistent worden (zomer periode). Alleen is het verschil met vroeger, dat we nu niet meer periodes ondergaan van minder eten. De hoeveelheid aanmaak van insuline neemt steeds verder toe, tot een moment dat niet alle glucose meer goed verwerkt kan worden. Vanaf dat moment wordt de glucose waarden in je bloed hoger en hoger. Deze verhoging in glucose is te meten en op basis van deze meting kan de diagnose diabetes worden gesteld. Op een gegeven moment kunnen de betacellen de productie van insuline niet meer aan en wordt de aanmaak vrijwel stopgezet. Op dit moment is pilgebruik niet meer voldoende en zal er over moeten worden gegaan op het spuiten van insuline.

Wat is het metabool syndroom?

Het metabool syndroom is een chronische stofwisselingsziekte. Het is vaak de voorloper van diabetes type 2. Je hebt het metabool syndroom als je last hebt van 3 van de 5 symptomen. Deze symptomen zijn 1) een hoge bloeddruk 2) insulineresistentie 3) glucose-intolerantie 4) hyperinsulinemie en 5) dyslipidemie.

In dit stadium kan je ook meten of je groot risico loopt op diabetes. Dit kan je meten op basis van insuline en glucose. 3,5 miljoen mensen in Nederland hebben het metabool syndroom. Gelukkig krijgen niet alle mensen met het metabool syndroom ook daadwerkelijk diabetes. De reden dat sommige mensen wel diabetes ontwikkelen en andere mensen niet, is nog niet volledig duidelijk. De mensen die geen diabetes ontwikkelen onderhouden een hoog niveau van insuline. Deze constante hoge waarde van insuline is wel een risicofactor voor hart- en vaatziekten en kanker.

De insulinewaarden hebben een constant hoog niveau tijdens het metabool syndroom en bij diabetes type 2. Pas vanaf het moment dat diabetes type 2 vergevorderd is zullen de betacellen stoppen met het produceren van insuline, maar de insulinewaarde zal dan door middel van injecties alsnog hoog gehouden worden. Dit heeft negatieve gevolgen voor je lichaam, namelijk:

  1. Insuline zorgt voor terugresorptie van zout in de nieren. Je houdt dus meer zout vast. Dit zout zorgt ervoor dat je meer vocht vasthoudt en dat is slecht voor je bloeddruk.
  2. Het stimuleert het sympatische deel van je autonome zenuwstelsel. Dit zorgt voor verhoging van bloeddruk.
  3. Insuline geeft normaal gesproken een verwijding van je bloedvaten, maar als je insuline resistent bent zorgt het juist voor een vernauwing van de bloedvaten.
  4. Stimuleert de groei en vermenigvuldiging van cellen. En dus ook stimulatie van groei van beschadigde cellen. De kans op kanker wordt hierdoor groter.

Naast de hoge insuline waarden, is er ook sprake van hoge glucose waarden. Dit heeft op de langere termijn ook schadelijke effecten op je lichaam.

  1. Bij de verbranding van glucose in je mitochondriën komen veel vrije radicalen vrij. Veel meer dan vetverbranding het geval is. Vrije radicalen zorgen voor beschadiging van cellen in je lichaam.
  2. Daarnaast bind glucose aan eiwit en dit vormt samen Advanced Glycation End Products (AGEs). Het is normaal dat dit gebeurd, maar omdat de bloedglucose constant hoog zijn, gebeurd dit veel meer dan normaal. Deze eiwitten gaan klonteren en veroorzaken schade aan je cellen. Dit geeft een ontsteking. De ontsteking maakt de situatie op zijn tijd nóg slechter, want dit zorgt voor meer insuline resistentie.

Hoe zouden we mensen met diabetes type 2 moeten behandelen?

Hanno Pijl geeft aan dat zijn visie op behandeling niet strookt met de visie van de huidige zorg. Hij pleit voor een aanpak waarbij de hoeveelheid geraffineerd zetmeel en suiker in de voeding zo laag mogelijk is. Het ketogeen dieet is daar een voorbeeld van. Zo zegt Hanno “Het overgrote deel van de mensen die een zetmeel en suiker beperkt dieet volgen verbeteren heel sterk. Theoretisch gezien zou diabetes type 2 bij alle mensen volledig omkeerbaar moeten zijn met deze aanpak, in combinatie met meer beweging. Er zijn echter ook mensen die niet volledig met de medicatie kunnen stoppen vanwege te grote schade aan de betacellen die insuline maken. Een klein deel van de patiënten zal wel verbeteren door de leefstijl verandering, maar zal nooit kunnen stoppen met insuline.”

Eén van de studenten maakte hierop een terechte opmerking. Hij zei, “Na deze succeservaringen zullen er wel veel professionals van gedachte zijn veranderd over zetmeel en suikerbeperking in het dieet, of niet?”

In werkelijkheid is dit helaas nog niet het geval. Zo geeft Hanno aan dat doctoren die dit verhaal horen nog steeds niet overtuigd zijn van het nut van deze aanpak. Hij denkt dat dit te wijten valt aan een verkeerde opleiding en maatschappelijke gedachte. De maatschappij en doctoren zijn er op ingesteld dat medicatie de enige oplossing van ziekte is. Leefstijlaanpassingen worden nog niet als serieuze behandelmethode gezien.

Eline geeft hier een nog een aanvulling op. Op haar opleiding (Biologie , Voeding en Gezondheid) heeft ze veel geleerd over de behandeling van diabetes type 2 met behulp van leefstijlinterventies. Maar het draaide dan alsnog voornamelijk om calorierestrictie en het aanhouden van de schijf van 5. Het ketogeen dieet heeft de revue niet gepasseerd. Zo zullen er veel andere leefstijlcoaches zijn die handelen vanuit de informatie die ze op hun opleiding hebben vergaard, terwijl dit hoogst waarschijnlijk niet de meest effectieve manier is.

Hanno Pijl geeft hier nog een aanvulling op. De schijf van 5 is níet ziekte specifiek. Dus hoewel deze richtlijn voldoende kan zijn voor gezonde mensen, is dit niet genoeg aangepast op de behoefte van mensen met diabetes.

Er wordt vanuit het publiek aan vraag gesteld hoe je om moet gaan met sporten als je in ketose bent. Wim Tilburgs kan hier vanuit eigen ervaring antwoord op geven.

“Op het moment dat ik aan crossfitt doe, zie ik mijn bloedsuiker omhoog schieten. Normaal gesproken zag ik mijn bloedsuiker omlaag tijdens het sporten maar dit was anders toen ik in ketose zat. Je hebt voldoende glucose in je lever en spieren om een uur intensief te sporten.”

Het laatste advies wat Wim de groep mee wil geven is om voedsel te eten dat onbewerkt is. Met het eten van voldoende groente, vlees en andere onbewerkte producten kan je je gezondheid al veel verbeteren.